Jacobus Koelman wil graag dominee worden. Als zijn vader sterft, krijgt hij geld van de regering om zijn studie aan de universiteit te betalen. Hij wordt dominee bij de Nederlandse ambassade in Kopenhagen en later in Brussel. Dan wordt hij beroepen door de gemeente van Sluis. Er breekt een gevaarlijke pestziekte uit in die stad. Dominee Koelman bezoekt de zieken trouw. Kinderen krijgt hij niet, maar van de kinderen uit Sluis houdt hij des te meer. Omdat hij ernstig waarschuwt tegen de zonden, krijgt het stadsbestuur een hekel aan hem. De vijandschap wordt groter als hij de formulieren voor de doop en het Heilig Avondmaal niet meer voorleest. Ook de kerkelijke feestdagen houdt hij niet meer. Uiteindelijk wordt hij verbannen. Hij mag niet meer in Sluis blijven wonen en moet door Nederland gaan zwerven. Het doet hem veel pijn dat hij niet meer preken mag. Toch is hij tot vandaag heel nuttig voor ons door de vertaalde Engelse prekenboeken en het opvoedingsboek 'De plichten der ouders'.
Uitg. de Ramshoorn,
© 2024 www.refoboek.com - Powered by Shoppagina.nl