Bij de laatste rustplaats staat een kleine jongen. Het is Bart. In het smalle, stille straatje waar hij woont, is een bekende vrouw gestorven. De ziekte en het heengaan van deze beminde vrouw heeft de jonge Bart zeer aangegrepen. De lange begrafenisstoet vanaf het sterfhuis tot aan de trieste begraafplaats heeft hij gevolgd. De stoet gaat door de indrukwekkende hekken de kille begraafplaats op. Bart heeft zoiets nog nooit gezien. Hij is angstig en vol van ontroering. Hij blijft bij de grote ingang staan. Hij beseft dat de vrouw achter het hoge geboomte begraven wordt, want van daaruit hoort hij Willem Meijaard, ouderling der Gemeente, die de begrafenis leidt, ernstige woorden spreken. Doch plotseling valt Bart's aandacht op de zware ijzeren toegangshekken. Bart, die lezen, noch schrijven kan ontwaart daarop letters. Het houdt hem voortdurend bezig en hij onthoudt ze in zijn gedachten. Thuisgekomen zijnde tekent hij op een kinderlijke wijze de letters op een stukje papier na. Hij laat zijn moeder het gebrekkige gekrabbel zien. Het ontroerde haar in hoge mate. Wat ze toen vertelde, kan men lezen in hoofdstuk vijftien, dat getiteld is: "U wacht Ik ook".
Een treffend, op ontroerende en meeslepende wijze geschreven verhaal, gebaseerd op historische feiten uit de donkere en bewogen jaren voor 1940, een verhaal, echt als het leven zelf
Uitg. de Boog, Goes, 290 pag. gebonden. In mooie staat!
© 2024 www.refoboek.com - Powered by Shoppagina.nl