De laatste jaren zijn diverse lexicons verschenen op het terrein van de Nederlandse letterkunde. Dit si echter een boek wat heel veel informatie biedt (2000 trefwoorden, 670 pagina''s met twee kolommen) op een acceptabel niveau.
Het lexicon heeft als basis de Moderne Encyclopedie van de Wereldliteratuur (10 dln., 2e druk 1980-1984), een belangrijk naslagwerk. De lemmata daaruit zijn wel ten dele herschreven en, wat belangrijk is, op het punt van uitgaven en literatuuropgaven aangevuld, zodat ze zoveel mogelijk up-to-date zijn. Het werk wint aan waarde door een beknopt overzicht van de Ned., Vlaamse en Friese literatuur, voorafgaand aan het eigenlijke lexicon.
Het lexicon is niet feilloos - zoals niet één lexicon dat is - en het bevat zeker ook een aantal omissies. Verder is de kwaliteit van de informatie per lemma sterk afhankelijk van de medewerkers: de een is zakelijk, de ander meer subjectief. Niettemin: wie zich snel wil oriënteren kan met dit werk goed uit de voeten. Wie bijvoorbeeld zoekt onder de lemmata Guillaume van der Graft, Jan Pieter Heye, Marieken van Nieumeghen, Jacobus Revius, Hendrik Tollens en Elizabeth Wolff-Bekker, om er slechts enige te noemen, kan in beknopt bestek op snelle wijze heel wat zakelijke en doorgaans redelijk betrouwbare informatie vinden.
De Haan, 671 pag. gebonden. In gebruikte staat!