Heerde, Gerrit van - De Rode Marskramer

Het was een grote, wat haveloos geklede man, die in een hoek van de Sassenpoort in Zwolle beschutting zocht tegen de gierende wind. Terwijl hij zich bukt en iets scheen te zoeken in zijn mars, die aan zijn voeten stond, luisterde hij naar het bulderen van de storm in de bomen. 
Bander, de marskramer, trok de houten kamp die hij uit zijn mars had opgediept, door zijn wilde, vuurrode haren, maar het hielp weinig. De wind deed ze even later weer opwapperen als de flakkerende vlammen van een paasvuur. 
De marskramer Bander is niet werkelijk een marskramer. Als spion in dienst van de bisschop van Utrecht heeft hij de geheime opdracht de elkaar heftig bestrijdende ridders en landheren nauwkeurig in de gaten te houden. Voortdurend loopt Bander het gevaar de mand te vallen. Zou het hem lukken uit de handen van de roofridder van Kuinre te blijven? 

Uitg. Groot Goudriaan, 150 pag. gebonden, in zeer mooie staat!