Nowee, J. - Arendsoog en de vloek van Arbaz (31)

John Norman, een jeugdvriend van Arendsoog, heeft diens hulp nodig. Hij is aangesteld als tijdelijk Sheriff van het district Chieflaw, en is eigenlijk uit op een vaste functie. Er broeit echter iets in zijn district. De Arbazars, een rondtrekkende stam uit Mexico, zijn ineens over de grens getrokken en hebben zich nu in Norman’s destrict gevestigd. Uit het feit dat het kamp van de Arbazars streng bewaakt wordt en dat er een enorme bedrijvigheid heerst in het dorp trekt Norman de conclusie dat ze iets in hun schild voeren. Aangezien hij zelf geen raad weet met de situatie, vraagt hij Arendsoog om hem te helpen...
Arendsoog stemt in en gaat naar het kamp van de Arbazars, met de bedoeling ongezien het kamp in te komen. Door stom toeval wordt hij echter ontdekt en gevangen genomen. Hij weet al snel te ontsnappen, maar wordt verrast door een wachtpost, waarna hij weer gevangen zit... Witte Veder is inmiddels bij Norman aangekomen en is zijn vriend achterna gegaan en bevrijd deze. Samen vluchten ze weg uit het kamp. Witte Veder gaat daarna nog op verkenningstocht en hoort daarbij de Arbazars praten over ‘Greiston’ en Treetown, een nabijgelegen dorpje...
In Treetown horen ze dat Greiston een man in met niet zo’n beste reputatie. Later ontdekken ze dat de Arbazars een enorme hekel tegen hem koesteren omdat hij ‘het Beeld van Arbaz’, een enorm gouden beeld, van de stam heeft gestolen. Het stamhoofd spreekt over de ‘Vloek van Arbaz’: allen die zijn stam kwaad doen zullen worden vernietigd...

Omslag en illustraties van Hans G. Kresse. 

Gebonden - Malmberg - Den Bosch - ca. 196 0 - 157 pag. 

in zeer mooie staat! - Opbrengst Adullam Gehandicaptenzorg