Als ze door een roestige ridder beroofd worden van bijna alles wat ze bezitten, zelfs van die mooie rode steen, besluiten Melis en zijn broer Goos om te blijven zoeken totdat ze de edelsteen terug hebben.
Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Vader, de steenhouwer Lubbert, heeft geen werk en daarom gaan ze het naar hof van de graaf van Holland. Daardoor zullen ze natuurlijk elk spoor van de roofridder verliezen. Als daar dan ook nog de zorg om Geertruid bijkomt, het meisje waarvan de vader onschuldig in het gevang zit, wordt de steen langzamerhand vergeten.
Melis en Goos belanden daar midden in de strijd tussen Dirk en Floris. Dirk is de oudste, dus die zal graaf van Holland worden. Maar Floris, zijn jongere broer, wil een spel spelen met Dirk. 'Dan was ik de graaf en jij...'
Melis ontdekt in een doosje met schaakstukken een geheimzinnig briefje. 'Brief van de Koning' staat erboven. En er staat in dat de Koning doolt. En dat is vreemd, héél vreemd. Want er is iets met het schaakspel. De witte koning ontbreekt...
Er gebeuren meer vreemde dingen. Waarom is de beul van 's-Hertogenbosch zo sentimenteel? Hoe komt Floris ineens in het bezit van de rode steen? En waarom is de monnik Jordaan, die verrader, zo wanhopig op zoek naar een herinnering uit de tijd dat hij nog een jongetje was?
'Verraders moeten hun verdiende loon krijgen', vindt Melis. Maar tot zijn verwondering moet hij leren dat niet iedereen zo denkt. Zeker de dolende Koning niet...
Uitg.de Groot Goudriaan, 186 pag. pb. In zeer mooie staat!
© 2024 www.refoboek.com - Powered by Shoppagina.nl